De dakrandplaat vormt de overgang tussen het dakoppervlak en de goot en dient om de onderbouw te beschermen tegen het binnendringen van water. Om zijn functie permanent en betrouwbaar te laten uitvoeren, moet u de dakrandplaat professioneel monteren. Anders zullen weer, vermoeidheid en corrosie ervoor zorgen dat water onder de structuur binnendringt.
Verschillen tussen verschillende varianten van een dakrandplaat
Zoals alle buitenkanten van een huis, wordt de dakrand direct blootgesteld aan elk weer, maar het is ook onderhevig aan frequent en intensief contact met water, wat praktisch een overstroming is. Om deze reden zijn veilige bevestiging en hoge weersbestendigheid onmisbaar. Dakrandplaten die op de markt worden aangeboden, verschillen daarom op verschillende punten:
- Driehoekige of rommelige ophangplaten
- Eenvoudige aansluiting of via vouw of neus
- Materiaal van plaatstaal, koper, titanium of aluminium
- Dikte en breedte van de dakrandplaat
- Extra functie als gootinlaat of lekbak
De meeste fabrikanten verzinken hun dakrandplaten om een aantrekkelijk uiterlijk en een hoge weersbestendigheid op lange termijn te bereiken. Deze coating, die minder dan een millimeter dik is, heeft echter geen invloed op hoe u te werk gaat tijdens de montage.
Wanneer zijn dakrandplaten nodig of nuttig?
In de meeste gevallen zijn dakrandplaten een nuttige toevoeging die een belangrijke bijdrage leveren aan het snel en betrouwbaar afvoeren van de ondervloer – d.w.z. de afdichting onder de spanten, vooral tegen regen en sneeuw die zijdelings binnendringt. Geen enkele wet of verplichte bouwnorm schrijft echter de montage van dakranden voor. In principe kun je zonder als je een schuin dak hebt waarvan de dakpannen duidelijk doorstrekken tot in de goot – ongeveer een derde tot de helft. Hier hebben ze weinig zin, want zelfs bij harde windstoten is er geen relevante invoer van regen en sneeuw te verwachten.
Dakrandvel plannen en knippen
Sluit de dakrandplaat aan op de goot om er veilig water in te leiden. Mogelijke methoden hiervoor zijn haken, vouwen of andere ophangapparaten. Concreet betekent dit dat je de dakrand pas kunt monteren nadat je alle dakgoten stevig hebt verankerd. In ieder geval vereist dakafvoer een zorgvuldige en gedetailleerde planning in een vroeg stadium, omdat u rekening moet houden met een breed scala aan factoren, van isolatie tot helling tot overlapping door de dakrandplaten en hun verbinding met de goot.
Een dakrandplaat heeft een gestandaardiseerde lengte, die meestal tussen de 1000 mm en 3000 mm ligt. Dit betekent dat u precies voor de montage minstens één stuk moet snijden. Dit kun je eenvoudig doen door expliciet niet één van de eindstukken te kiezen, maar een middendeel. Door de overlap hoeft de snede geen absoluut exacte lengte of hoek te hebben, dus je kunt hem maken met een scherpe, massieve plaatwerkschaar. Let voor de totale lengte op een extra overlap van 3 cm tot 4 cm per dakrandplaat.
Montage dakrand plaatwerk
De montage van een dakrandplaat wordt uitgevoerd door regelmatige rijen breedkoppennen, die u op een afstand van ongeveer 50 mm tot elkaar plaatst en spijkert. U moet minimaal 30 mm afstand houden tot de goot om voldoende grip te garanderen en te voorkomen dat vocht binnendringt.